zd-afrika-2016.reismee.nl

Zuid Afrika van Kaapstad via de Garden Route naar Kaapstad

27 februari 2016

Onze eerste dag Zuid Afrika zit erop.
De beoogde ontspanning in de tuin met een boek om bij te komen van de reis bleek niet echt fijn door het constante lawaai van de snelweg. Dat komt op de schitterende plaatjes niet over.
Dus de auto maar in en op zoek naar een rustiger plek want we zouden hier ruim een week blijven.

Onderweg verbaasden we ons over het landschap, het gebrek aan jetlag en de Nederlandse taal die na al die eeuwen van Engels bewind fier overeind is gebleven.
Stellenbosch is een leuk plaatsje. Sfeervol door de mix aan Hollandse en Engelse historie. Verplichte stop bij Oom Samie Se Winkel, waar ze alles van gedroogde vis tot hoeden en van gereedschap tot wijn verkopen. Ome Sammie zal vast een Hollander van het oude volk zijn geweest.

Onderweg zijn we al redenerend er (volgens ons) uit gekomen hoe het kan dat de zon hier de andere kant op draait: van west naar oost. Wie het weet mag het zeggen....
In Somerset West troffen we een oefenwedstrijd van de strandwachten: zwaar gespierde kerels die op hun surfboards honderden meters door de branding klauwen... spectaculair.

Uiteindelijk vonden we dan toch nog een kamer in Spier, een winery uit 1692. Morgen kunnen we verkassen.
De dag sluiten we af met een biefstukje van 300 gram voor de schaamteloze prijs van nog geen 8 euro.
We liggen er vroeg in, de moeheid zit diep.

28 februari 2016

We hebben ons plekje helemaal gevonden in Spier, maar eerst namen we afscheid van de Vine Manor. Een lieflijk en sfeervol gebouw, door onze ambassadeur Bosman in 1942 neergezet.

Hij heeft zelfs het tweetalig woordenboek geschreven dat nog steeds iedere dag hier op school wordt gebruikt.
Maar dan Spier!

Hier komt al het goede van dit land schijnbaar samen: historie, topwijnen, award winning biologische keuken (alles uit eigen teelt!), een ontwerp van het complex gebaseerd op de modernste duurzaamheids principes, lieve mensen en een betaalbare prima kamer!
We hopen hier de rest van de week te kunnen blijven. Nu hadden ze plek voor 3 nachten, maar hopelijk dus langer.
Een lazy Sunday afternoon bij het zwembad en de dag afgesloten met een fietstocht door het prachtige park, waar je overal de wijn ruikt.

Het complex Spier bestond al in de 18e eeuw uit 21 gebouwen, waar alles draaide om de landbouw en wijn maken.
We genieten iedere seconde en zeggen vaak tegen elkaar dat het een zwaar jaar is geweest, maar dat we daarom dubbel en dwars van dit avontuur genieten.
En it has only just begun...

29 februari 2016

Een chill dag.
Vanochtend werden we bij het ontwaken met ondoorgrondelijke wijsheid aangestaard door een dikke uil. Hij zal 1 van de vele (roof) vogels zijn die hier op het park verzorgd worden nadat ze in slechte conditie ergens zijn aangetroffen. Alweer zo'n mooie bezigheid van de mensen van Spier.
Net zoals het koekje bij de koffie die we hier op de kamer hebben; gebakken en verpakt door kansarme vrouwen uit de grootste township van Kaapstad, Khayelitsa. Over alles is hier nagedacht en daar word je erg blij van...
De dag bracht rust met een goed boek in de schaduw, een heerlijke "deep tissue" massage en een siësta op het heetst (29°) van de dag...

Voor dinner spotte Lies de onvermijdelijke van oor tot oor grijnzende babberd. Het genoegen was geheel wederzijds.
Onze zoektocht naar een mooi plekje na Spier zet zich inmiddels voort.

1 maart 2016

Als je alleen plaatjes wilt zien: ff doorspoelen, want we hebben weer een hoop beleefd vandaag.
Na het superontbijt met al die natuurproducten (de scones! Ach die scones!) vertrokken we richting Kaapstad om onderdak te zoeken vanaf morgennacht. Uurtje rijden werden 2 uur door een arrestatie voor onze ogen en een crash even verderop...
Onderweg reden we enige tijd langs Khayelitsha, een uitgestrekte vlakte van golfplaten shacks met even zovele schotelantennes.

De wegen zijn allemaal top en het landschap groen en vriendelijk.
De stad was weer, tja, de stad. Druk, flyovers, tig banen en opletten waar je heen gaat. Via internet een aardig hotel gevonden dat nog plek had. Bijzonder, want werkelijk alles is volgeboekt deze dagen. Voor 2 nachten kunnen boeken; daarna geen plek meer. We vinden vast wat anders...
Achter het hotel, dat aan de kust ligt, rijzen direct de bergen op. Hoog boven ons zweefden de hanggliders.

We hadden ons voorgenomen om te lunchen op wijnlandgoed Rust en Vrede. Niet alleen al om die heerlijke naam, maar ook omdat Lies hier 36 jaar geleden ook was. Met haar backpackje, de flinkerd.
Voordat je binnen kon: volstrekt zinloze registratie bij een meneer bij een slagboom.

De plaatjes laat ik voor zichzelf spreken: schoonheid, stijl, historie, vakmanschap en een simpel menu: steak or salmon, wine or sparkling water.

Ze herkende bijna niets want de entree is een nieuw gebouw. Het oude huis staat er nog en daarachter de rest van de gebouwen. Binnen in het restaurant vonden we plaatjes van vroegah. ..

We rukten ons los uit dit paradijs, waar de eikels uit de bomen regelmatig naar beneden stuiterden, en terug de weg op.
Eenmaal terug bij ons geliefde Spier namen we een kijkje bij de Eagle Sanctuary : de opvang voor roofvogels.

Ze worden van heinde en verre daar naartoe gebracht om te genezen. Vaak blijven ze er, worden getraind of gewoon verzorgd. Spier is weer zo goed om alle grond, water en elektriciteit gratis t.b. te stellen. We zagen veel uilen met hun wijze koppies (maar 2/3 van de inhoud van hun koppie is oog en de rest brains; ze zijn bijna niet te trainen en dus totaal niet intelligent), de secretary bird en tig arenden en gieren.
En dan weer zo'n Spier-actie: in de voormalige bakery haal je de meest heerlijke etenswaren en wijnen, prachtig uitgestald, om mee te nemen in de picknick area, in de weldadige schaduw van het bos...
Toch nog maar even langs de receptie gelopen: je kan niet weten of er misschien toch nog een kamer vrij is gekomen voor na Kaapstad. Ja dus! We zijn nu echt gewoon dankbaar dat we hier nog 3 nachten mogen verblijven.
Spier: we love you!

2 maart 2016

Vandaag dachten we zelf maar eens een stuk van de hop on hop off bus route te rijden, nadat we hadden ingechecked bij hotel President net buiten Kaapstad op het schiereiland.
Richting Houtbaai ging het en Lies reed vol zelfvertrouwen de route na de kaart te hebben ingeprent. Links gezeten ontfermde ik me over het schakelen; dat gaat toch wat lastig met links...
In Houtbaai deden we wat inkopen en tankten. Bizar zijn de prijzen hier: voor een liter benzine 29 Rand (bijna 2 euro en dus duurder dan in NL) en voor een kilo ossenhaas 240 rand, ofwel zo'n 15 euro: een fractie van onze prijs!
Wat ons opvalt hier is dat overal waar de dikkere huizen staan er bewapende guards rondlopen. Rollen prikkeldraad, hoge muren en hekken moeten de "haves" tegen de "havenots" beschermen. Aan de andere kant is het straatbeeld qua auto's dat van een doorsnee westerse maatschappij: veel Europees, modern, van top tot middenklasse. We weten natuurlijk dat er geen enkele auto in de townships te vinden is en dat doet ons afvragen hoe de maatschappij hier functioneert. De verschillen zijn groot, de criminaliteit ook en ook racisme teert welig voort, zo zagen we op de voorpagina van de krant (waar Van Gaal en Hiddink overigens ook prominent vermeld werden, maar dan in een ander verband...).
De weg naar Houtbaai loopt over Chapman's Peak, een ongelofelijk schitterende kustweg die met grote moeite is aangelegd. We zien er van zeer nabij het idiote natuurverschijnsel van de wolken die laag op het water hangen. Ze beginnen zomaar ergens op het water en leunen over de branding tegen de bergwanden.
Houtbaai is niet zo bijzonder maar Noordhoek des te meer. We belandden in een super laid back dorpje met hippieachtig sfeertje. Het strand is daar nog volledig unspoilt en doet je je realiseren hoe de zeevaarders uit lang vervlogen tijden het hier moeten hebben aangetroffen. Lies koopt er een plumeau van een handelsreiziger in pollepels en schoonmaakartikelen, die hij op z'n hoofd rondsjouwt...
Door naar Simon's Town, genoemd naar een Nederlandse gouverneur. Lief stadje maar helaas ontdekt door het tourisme.
Het is al meer dan 200 jaar een belangrijke marinebasis. Mooie plaatjes, dat dan weer wel.
De weg terug is lang. We zijn behoorlijk moe en Lies helemaal van het rijden.
Pas tegen zessen zijn we in het hotel. Nog even in het avondzonnetje en vroeg lekker de koffer in, vol van nieuwe indrukken. Waar zijn we eigenlijk?

3 maart 2016

Een dag in het teken van de zo pijnlijke geschiedenis van dit land: de apartheid.
Alhoewel Mandela natuurlijk het bekende boegbeeld van het verzet is geworden, was er iemand al veel eerder lijdzaam aan het protesteren: Robert Sobukwe. Eind jaren 50 was hij het geweten van het verzet, werd naar Robbeneiland verbannen en vervolgens weg gestopt ver weg in Kimberley, waar hij niemand mocht spreken. Op Robbeneiland woonde hij in een apart huis in zijn cel. Om toch vooral geen contact met anderen te hebben.
De ferrytocht naar het eiland was prachtig. We werden vergezeld door walvissen (die al lang weg hadden moeten zijn), dansende dolfijnen door onze hekgolf, nieuwsgierige zeehonden (robben dus) en wolken meeuwen. Het eiland ligt 11 km van Kaapstad, een dik half uur varen, en is toch nog 15 km groot.
Robbeneiland diende in vroeger tijden al als gevangenis maar ook als leprakolonie. Sinds de apartheid officieel werd ingevoerd in 1948 werden alle tegenstanders hier naartoe gebracht. Een keihard bestaan op blote voeten over de stenen naar de mijnen in verzengende hitte of bijtende kou. Tot 1978 waren er geen bedden maar een lap op de grond...
Mandela heeft hier 18 jaar gezeten, vervolgens nog jaren op andere plekken.
Ik kreeg er een Auschwitz gevoel bij: de barakken, het keiharde regime, de foto's van de geüniformeerde blanken tussen de zwarte gevangenen..
Onze gids was een bevlogen jonge vent die zo beeldend en vaak verontwaardigd vertelde dat je niet anders dan geraakt kon zijn. "Racisme bestond en bestaat overal op de wereld, maar nog nooit werd het van regeringswege geinstitutionaliseerd. Alsof het doodnormaal was".
De ommekeer mbt de publieke opinie kwam nadat in Sharpeville in1960 een vreedzame betoging uitliep op een bloedbad met 69 doden: weerloze zwarten, vaak in de rug geschoten.
Het zou nog tot 1990 duren voor de apartheid werd afgeschaft. Mandela kwam in 1992 vrij en 2 jaar later ging Robbeneiland dicht.
Gelukkig is ervoor gekozen het een museum te maken zodat iedereen de waanzin van dit beleid kan bekijken.
Aandachtig voeren we terug.
Lies dook de niet te vermijden winkels in de kermis van het Waterfront in, waarna ik haar kwijtraakte en de weg naar het hotel terugvond.
Gelukkig klopte ze een uurtje later op de deur. We zijn zo blij dat we elkaar hebben. ..

4 maart 2016

Kaapstad. Niet mijn stad voor wat ik ervan gezien en gehoord heb.
Doet erg rommelig aan, de nieuwe hoogbouw is allemaal lelijk en het oude stadshart heeft nog wel oude gebouwen, maar er zijn er net zoveel verdwenen en daarvoor zijn lelijke nieuwe gevels in de plaats gekomen.
Geen chillparken gezien. Wel een lange boulevard zonder sfeer waaraan duizenden appartementen zijn gebouwd.
De Waterfront kermis doet erg kunstmatig aangelegd aan en is dat dan ook.
In de zomer is het - zoals de Afrikaanders zeggen - bloedig heet en de wind die vanaf april opsteekt is zo sterk dat je van je voeten kan worden geblazen. De zee is altijd freezing cold.
Er is natuurlijk ook iets schitterends te zien: de Tafelberg en dat deden we vandaag dan ook.
De kabelbaan vertrekt vanaf een paar honderd meter hoog gelegen station en voert naar de top op bijna 1100 meter.
Het gebergte is het oudste ter wereld: 260 miljoen jaar. Vergelijk de Alpen met een lousy 28 miljoen jaar of de Himalayas met een scharrige 32 miljoen..
Je ziet duidelijk de vele lagen in de steen en vroeger stond het water tot halverwege de berg; onvoorstelbaar.
Het uitzicht is zo ongelofelijk mooi dat ik er stil en vredig van werd. Ja, je kan vredig worden van stille schoonheid zo viel me op. Moet je wel eerst door alle talen van de wereld slalommen en een rustig plekje vinden... en dat was Lies ook gelukt. We waren elkaar weer eens kwijt en zij bleek een ander rustig plekje te hebben gevonden dat me de stuipen op de bast joeg: op de rand van een honderden meters diepe afgrond zat ze heerlijk te genieten. Ze kon zó wegvliegen. Verkrampt heb ik even kunnen toekijken, haar gesmeekt naar me toe te komen en krabbelde vervolgens heldhaftig langs de wiebelende keien naar veiliger oorden.
Opvallend was het totale gebrek aan wind boven. Zeker op een berg die de reputatie van een tochtige homp steen heeft. Het was een hete dag vandaag en je koelde dus weinig af..
Eenmaal beneden namen we de hop on hop off bus naar de stad.
Ik wilde in ieder geval Kasteel Kaap de Goede Hoop zien, dol als ik ben op geschiedenis en dan vooral de 16e, 17e en 18e eeuw.
Kasteel is een rare benaming voor deze volgens Naardens model in 1665 gebouwde citadel. Het zijn langgerekte versterkte muren waarin verblijven. Geen enkele toren. Het complex ligt midden in de stad. Het water kwam vroeger tot halverwege de stad, vandaar.
Toch weer indrukwekkend om het VOC logo zo ver van huis te zien. Er waren weinig ruimtes open, maar de martelkamer wel. Een apart hok waar achter een lessenaar een klerk haarfijn bijhield hoe gemarteld werd en wat het slachtoffer precies wanneer vertelde. Wat moet hier gegild zijn, geschreeuwd, gewanhoopt....
Het "kasteel" werd in 1795 door de Engelsen overgenomen.
Toch even de warme stad in om te lunchen. Het moet ruim 30 graden zijn geweest. Dan heb je weinig energie om einden te lopen dus we vonden gauw een taxi richting hotel, waarna ik eens achter het stuur kroop en in vrijwel 1 monsterfile van zo'n 30 tot 40 kilometer stapvoets Stellenbosch bereikte.
We zijn weer thuis op ons geliefde Spier en - hoe kon het ook anders - er stond een welkomstcadeautje voor ons klaar.
Good to be back in de rust van het platte wijnland....

5 maart 2016

Zaterdag chilldag, zo hadden we onszelf plechtig beloofd en zo geschiedde.
Geholpen door het bewolkte en regenachtige weer nestelden we ons aan de rand van het zwembad met voldoende leesvoer.
In de ochtendkrant las ik een column die wel erg goed aansloot op mijn eerdere constatering dat dit land nog lang niet klaar is met de erfenis van de apartheid. Er moet nog erg veel gebeuren; de dialoog tussen alle culturen moet op gang komen en de verschillen tussen arm en rijk verkleind om maar een paar kleinigheden te noemen.
Daarbij constateert de schrijver dat van een regenboog-natie eigenlijk totaal geen sprake is. Food for thought. ..
Wat ons overigens ook opvalt hier is dat alles schijnbaar goed georganiseerd is en schoon. Overal lopen bezemende, harkende en onkruid trekkende (zwarte) arbeiders rond en zelfs het nauwelijks aanwezige gras naast de snelweg wordt in een enorme stofwolk gemillimeterd.
Verder kan het niet anders dan erg goed gaan in de bouw. Niet alleen nieuwbouw in de townships maar ook kantoorgebouwen en hotels worden overal uit de grond gestampt. Daarnaast zie je bij particulieren overal steigers staan en wordt er gehamerd, geboord en geslepen. De pick-up trucks van de aannemers rijden af en aan, veelal met het werkvolk achterin: onveranderlijk alleen zwarten.
Maar ik dwaal af. We waren aan het chillen en dat lukte wonderwel met een mooi toepasselijk boek en in de pool toen de zon er eenmaal was. Altijd gezellig: samen geiten in het water.
Dineren gingen we in Stellenbosch, waar we een erg leuk restaurantje vonden pal t.o. een Nederlander, die schreeuwerige borden buiten had staan waarop hij zulke exquise Hollandse hoogstandjes aanprijsde als kroket en uitsmijter.
Voor het eerst van mijn leven at ik een springbok. Beetje droog maar dat kan aan de kok hebben gelegen. Lies had een avocadoburgertje voor de kleine trek De prijzen waren weer om erg blij van te worden (1 Euro is 17 Rand)....
Op de terugweg verdwaalden we.
Na al een aantal nog nooit eerder geziene namen te zijn langs gereden, zagen we ineens vanaf een helling de lichtjes van Kaapstad. Dat kon niet de bedoeling zijn. We moesten naar Spier, de andere kant op. In het aardedonker is het dan minder geruststellend als er ouwe barrels met slechte verlichting je inhalen en dan langzaam voor je gaan rijden. Nadat we hem inhaalden, kwam hij weer achter ons aan, haalde weer in en vertraagde weer. Het helpt dan niet als er een groot verlicht matrix-bord langs de weg staat met "High Crime Area. Do Not Stop".
De engerd zocht zijn weg naar een onverlichte afslag en hobbelde het aardedonker in. Hun eigen zwarte wereld tegemoet...
We waren blij dat we de weg naar huis uiteindelijk vonden en de inmiddels vertrouwde inrit in draaiden. De nacht lonkt met zijn vele rustgevende uurtjes...

6 maart 2016

De Boers die tijdens De Grote Trek het Zuid-Afrikaanse land in trokken, moeten met een open boerenbek van ontzag, genot en blijdschap dit land voor het eerst gezien hebben.
Althans, als ze een beetje in elkaar staken zoals wij.
Vandaag bezochten we op aanraden van Titia het landgoed Babylonstoren tussen Paarl en Franschhoek. En het was een ontmoeting met schoonheid en liefde voor de natuur die ons stil deed worden.
Het landgoed ligt er al sinds de 17e eeuw, maar is in 2007 inhanden gekomen van de Zuid-Afrikaanse Karen Roos en haar man. En zij hebben een wonder verricht.
Alleen het hoofdgebouw was toen in redelijke staat; de rest was vervallen en er was geen sprake van gecultiveerde gronden.
Nu loop je langs honderden meters bloemperken, struiken, bomen, pergola's, paden, langs een rivier, over bruggetjes, langs dierenverblijven en alles, maar dan ook alles is perfect onderhouden. Met zichtbare liefde zijn de planten opgebonden, de afscheidingen vervaardigd, de naambordjes bij plant en boom neergezet. Alleen al de bouw en het onderhoud van een zeker 50 meter lange en 3 meter brede pergola, geheel begroeid met druivenranken moet een monsterklus zijn, maar die schaduwrijke plek vormt een detail in het geheel.
De gebouwen verkeren stuk voor stuk in topstaat, de hekken zijn robuust en de gazons strak geschoren. Op het landgoed zijn meer dan 300 planten- en vruchtensoorten, die o.a. dienen ter verwerking in de gerechten van de twee restaurants.
Wij zaten bij de kas, waar je informeel kan picknicken met een heerlijke sandwich zalm op zelf gebakken brood.
Na de lunch verwonderden we ons verder over dit megaproject waarvan echt ieder onderdeel klopte en met zoveel liefde was gecreëerd en bijgehouden. Het was warm met een heerlijk briesje en de geuren van lavendel en rozemarijn maakten de beleving nog completer.
In een zijperk kwamen we een uit de kluiten gewassen Stoffel tegen, die Liesnatuurlijk gelijk uit zijn geharnaste tent moest lokken en dat lukte: zijn verweerde kop vertoonde frappante gelijkenis met E.T.
Even was ik Lies kwijt en trof haar in gedachten verzonken achter een hek, starend naar serene schoonheid. Stilletjes voegde ik me bij haar en samen - onder de schaduw van een oude eik - genoten we van deze paradijselijke aanblik: het eeuwenoude huis in die setting tegen die achtergrond in die stilte. Het is niet te beschrijven dus kijk de plaatjes maar.
Voldaan en vol respect voor de creatie van zoiets ongelofelijks door mensenhanden gemaakt, reden we het erf af richting Franschhoek.
Daarover meer in de volgende post want het aantal foto's is beperkt tot 30 en ik had al moeite om het maar bij 30 te houden....

6 maart 2016

En dan nu kort nog even over Franschhoek.
Prachtrit langs de ene na de andere winery naar een aardig plaatsje.
De dorpsstraat is where the action is.
Enerzijds waar de bussen met toeristen hun lading lozen en anderzijds waar de locals in hun superdikke Mercedessen, Jags en Aston Martins af en aan rijden. Kennelijk een plaatsje waar de happy few een tweede of derde huis (je) hebben.
Ben even het verkiezingslokaal binnen gelopen en gevraagd waar de verkiezingen voor waren. Hetbetrof echter een registratieronde voor de feitelijke gemeentelijke verkiezingen plaats konden vinden.
De terugweg naar huis was weer bizar van schoonheid en kort voor huis sloeg het weer om: laag hangende wolken, een zeker 15 graden lagere temperatuur en een huilende en beukende wind.. Lies vond het eng worden zelfs.
Niets zo snel veranderlijk als het Zuid-Afrikaanse weer.
Eenmaal thuis werden we aangenaam verrast door de lucht van een heuse braai. Gelukkig hielden we het droog.
Morgen vertrekken we naar Mosselbaai, een lange rit van ruim 350 km. Weersvoorspelling is niet al te best maar we hebben er zin in!

7 maart 2016

A day on the road...
Rond 10 uur, na een geSpierd ontbijt en - op z'n Spiers - de bellman die precies toen we klaar waren om te vertrekken, voorreed met z'n golfkarretje, draaiden we de weg op naar Mosselbaai.
Het weer was, tegen de verwachting in, prima en we genoten weer van het landschap. Lies voelde zich wel wat minder vanochtend en had weer last van de astma. We wijten dat aan de droogte en het alom aanwezige stof. Dat zou beter moeten zijn in Mosselbaai.
Het werd eenlange rit over de N2. Een snelweg die maar af en toe 3 rijbanen heeft en meestal 2. Het is dan ook usance om - als er een snellere auto achter je zit - op de vluchtstrook te gaan rijden. Direct na het passeren wordt dit genereuze gebaar dan beloond door even de alarmlichten te laten flitsen, als dank.
Onderweg stopten we totaal 2 keer en tegen half 3 reden we onze bestemming binnen. Lies voelde zich gelukkig een stuk beter.
Onderweg was het weer al totaal veranderd in laaghangende bewolking, af en toe een bui en een graad of 20.
Dat maakte de aanblik van dit watersportdorp er niet direct aantrekkelijker op, maar veel werd goed gemaakt door ons hotel. Alhoewel we een gewone kamer hadden geboekt, was men kennelijk overbooked en werden we kosteloos ge-upgrade naar een ruime suite met keukentje.
Na alle ons voorgeschotelde maaltijden hadden we zin in iets zelf gemaakts, dus stak ik de straat over en kocht alle ingrediënten voor een ambachtelijke pot spaghetti met uitsluitend verse groenten en gehakt van struisvogel. Die loopvogel staat hier nogal eens op het menu met zijn malse uitstekende vlees.
Het was goed om weer eens zelf bezig te zijn en het resultaat was zeer geslaagd. Dat kan ik als onbevooroordeelde kok rustig stellen.
Het is weer even wennen, maar een "homecooked meal " maakt dat we ons al een beetje thuis voelen.
De regen roffelt nu hard op ons dak. Wel knus. We hebben het goed met elkaar.
Hopelijk is het morgen beter, anders wordt het een verplichte lees- en leisure dag...

8 maart 2016

Regen of zonneschijn?
Bij het openen van de gordijnen altijd spannend.... en de zon scheen! Dus dat wordt een buitendag en we namen ons voor eens een mooie strandwandeling langs Mosselbaai te maken.
We waren vroeg. Het strand is dan altijd nog heerlijk ongerept en het domein van de meeuwen, krabbetjes, mosselen en... de schoonmaaksters. In teamverband: de ene harkt, de ander kijkt toe en doet vervolgens het opgeharkte in de zak. Wij zagen geen papiertje of stukje plastic maar geharkt werd er. Dan maar zand in de zak. Aandoenlijk om de dames bezig te zien.
Ik volgde de voor mij zo herkenbare "footprints in the sand", want Lies ging er als een strandvogel vandoor.
Even een praatje gemaakt met een paar vissers die inktvissen aan het vangen waren als aas voor het vissen op kabeljauw ("kabeljo") in de baai.
Na een relaxed bakkie in de eigenaardig grote strandtent terug op huis aan. Onderweg kwamen we een voor altijd gestrande en op dood spoor geraakte trein tegen. Je kunt er nu een kamer boeken. Hoe apart kan je je nacht doorbrengen?
En dan het museum waar ik me zo op verheugd had: geheel geweid aan de landing van de eerste Europeaan op de Zuid Afrikaanse kunst: de Portugees Bartolomeu Dias.
Weer zo'n prachtig tot de verbeelding sprekend verhaal uit de rijke geschiedenis van de 15e en 16e eeuw: Dias vertrok in augustus 1487 uit Lissabon met de opdracht van de koning himself om een route naar India te vinden. (Hoe wist zo'n koning toen dat er überhaupt een India was??). Samen met 2 andere schepen zeilde hij langs de Afrikaanse kust tot hij geen land meer zag en de - voor India - verkeerde kant op voer, namelijk Zuid Amerika. Ver op de Atlantic ontdekte hij zijn fout en zette koers terug naar het Afrikaanse continent. Hij vond land, volgde de kustlijn en rondde de Kaap. Hij was het die het Kaap de Goede Hoop noemde. Eenmaal de Kaap voorbij volgde hij de kust nog even omhoog en meerde uiteindelijk in februari 1488 af in de Mosselbaai die hij een totaal andere naam gaf.
Zijn mannen gingen van boord en maakten kennis met de KhoiKhoi stam waarmee ze voedsel en drinkwater ruilden. Nu hij wist dat dit de weg naar India moest zijn, maakte hij rechtsomkeert om 10 maanden later terug te keren in Lissabon.
Prachtig om te zien is de landkaart van Afrika uit 1489 waar "chartered territory" ophield bij Mosselbaai...
Ter gelegenheid van het 500 jarig jubileum van deze grote gebeurtenis is het schip van Dias compleet nagebouwd en zeilde in 1988 dezelfde route. Deze replica ligt nu in het museum ter bezichtiging.
Ik heb genoten van de gave uitstalling, de documenten en decreten uit die tijd. Verbazingwekkend is eigenlijk dat Portugal in die dagen al zo'n duidelijk eigen identiteit had en geen onderdeel van Spanje vormde. Moet ik eens uitzoeken hoe dat zit...
In ieder geval waren ze er ruim voor de Hollanders, maar er zijn nog maar weinig Portugese namen hier te vinden. Kaap Agulhas is een evidente uitzondering: de naam van de Kaap waar de Indische en Atlantische Oceanen elkaar ontmoeten. Gisteren zijn we er langs gereden.
Ik kijk dan met heel andere ogen naar zo'n Mosselbaai. Probeer de bebouwing weg te denken en die drie kleine scheepjes hier voor anker te zien gaan. Dias die met zijn verrekijker de kust afzoekt en dan het bevel geeft een sloep uit te zetten. Wat zou hij gedacht hebben, was hij opgewonden of gewoon moe, nerveus, nieuwsgierig...?

In de middag verkenden we het dorp een beetje.
Prachtige buurten met ongetwijfeld peperdure optrekjes met fenomenaal uitzicht op zee maar allemaal doods, onbewoond. Duidelijk voor de rijke Zuid Afrikaan hun tweede huis.

We kwamen een werkelijk schitterende tent tegen waar we gelijk een tijd hebben gezeten: een koffiebranderij, maar zo sfeervol ingericht met schijnbaar ouwe meuk dat je er uren kan blijven hangen met een bakkie vers gebrande koffie.
Wij pakten het schaakbord erbij en door een speling van het lot werd ik niet kansloos ingemaakt, maar kwam ik met een flatteuze patstelling weg.
Wat een heerlijke dag weer met mijn liefste waar ik zo om moet lachen als ze een koprol doet in het zand...

9 maart 2016

Ten afscheid van Mosselbaai namen we nog even een heerlijk bakkie bij de Coffee Roastery, waar Lies een goed plekje vond in de oude badkuip.
De rit naar Knysna, zo'n 110 km, zou maximaal een uur of 2 duren dus we deden kalmpjes aan.
Ook hier weer de meest afwisselende landschappen: van golvende velden met schapen en struisvogels tot steile berghellingen, dicht bebost met dennenbomen.
Onderweg kwamen we langs Wilderness, de plek waar je zou kunnen paragliden. Dit staat met stip op mijn bucketlist en ik had dus gehoopt dat het duidelijk aangegeven zou staan waar we heen moesten. Helaas niets daarvan. Het is een gat dat we net zo snel weer uit waren als we er binnen reden. Niets dat op paragliden wees en ook in de lucht zweefde niets wat leek op wat ik zo graag eens zelf wilde doen.
Uiteindelijk zagen we de kust. De "spray" van de spectaculaire branding zagen we al van verre en hing tot ver landinwaarts. Hier geen lieflijke rustige baaien, maar de Indische Oceaan die vol op de kusten beukt...
We vonden ons hotel al snel. Een unieke plek waar de kamers in cottages zijn gerealiseerd. We hebben zo ons eigen plekje mét terras.
Knysna is niet bepaald indrukwekkend. Een rommelig dorpje waar ik een wat groter geheel had verwacht.
's Avonds verkenden we het dorpje en belandden aan de Waterfront, het enige beetje sfeervolle plekje. Jammer dat dit een verzonnen ontwikkeling is, vooral gericht op het tourisme.
De zonsondergang blijft echter mooi. Vooral in een jachthaven.
Een weinig opwindend dagje dus, maar die moeten er ook zijn..

10 maart 2016

Van de tienduizenden Knysna-olifanten zijn er nog 3 en mogelijk nog maar 1 over.
Die keiharde feiten deden ons besluiten om het Elephant Park tussen Knysna en Plettenberg Bay op te zoeken. Niet dat we verwachtten die ene nog tegen te komen, want die leeft (of leven) in het wild in de uitgestrekte bossen.
Het Park verzorgt een aantal Afrikaanse olifanten, die uit het Krugerpark afkomstig zijn. Daar waren ze boventallig en zouden anders zijn afgeschoten.
Wat heb ik toch een bloedhekel aan het toerisme waar ik zelf deel van uitmaak: het park is helemaal op de toerist ingericht, inclusief routineuze gidsen en karren waarop men wordt rondgereden.
Interessant weetje: deze beesten communiceren o.a. via ultralage tonen, niet voor ons waarneembaar, of het moet het trillen van de lucht zijn, die wel voelbaar is. Net als bij walvissen of dolfijnen draagt dit geluid tientallen kilometers ver en waarschijnlijk nog veel verder.
We hadden een paar emmertjes voer gekocht, die Lies in no time aan de keurig in het gelid opgestelde gigantjes mocht voeren. Daarna nam de gids ons met een man of vier mee naar een olifant waarmee we een stukje optrokken, haar konden aanraken en gericht vragen konden stellen. Het is een zeer vredelievend dier zonder natuurlijke vijanden. De mens en met name de uitvinding van het geweer heeft in de laatste 200 jaar aan miljoenen dieren het leven gekost en nog steeds worden ze bedreigd door stropers en illegale jagers.
Het zijn zeer intelligente beesten en komen qua geleerdheid in de buurt van het verstand van de dolfijn. Ze kennen emoties en de ogen hebben duidelijk een uitdrukking...

Na deze mooie, maar toch over-organised nasmakende ervaring richting Plettenberg Bay. Lies was hier in 1982 en wist zich nog goed te herinneren dat er ergens een enorm hotel midden in het water stond. Ze was daar zo van onder de indruk toen dat we het moesten terugzien. En jawel, we vonden het: een grote witte bak, lijkend op een schip, aan de kust en daarachter de lagune. Aan beide kanten in het water dus. Ze was helemaal excited over dit weerzien met een lang vervlogen herinnering...
Het is een leuk stadje, groter dan verwacht en meer sfeer dan Knysna.
Op de terugweg zijn we het bos ingedoken en genoten van de koelte op het heetst van de dag. We kwamen een gigantische woudreus tegen dat de yellowwood bleek te zijn. Deze bomen worden zo'n 50 meter hoog en het hout werd vooral voor de bouw gebruikt.

Verderop op de terugweg zijn we een township in gereden. Dat moesten we toch echt eens van dichtbij zien, want dat is toch echt wel een belangrijk onderdeel van Zuid Afrika. Opvallend was dat de ogenschijnlijke puinhoop die het van een afstand lijkt, van nabij een gezellig ogende wirwar van paadjes en knus bij elkaar staande bouwseltjes is. Voor de hutjes is het keurig opgeruimd, de was hangt te drogen en de kindertjes spelen buiten. Je moet er niet aan denken hoe het er binnen uit ziet, maar vrijwel iedere shack heeft een satellietschotel. Dat dan weer wel...
Morgen wordt een bijzondere dag met een rit van ruim 350 km naar een particulier reservaat bij de plaats Addo.
We gaan daar een aantal keren op "game drive", van de vroege ochtend tot de late avond en overnachten in een tent. Ik verwacht geen WiFi onder de sterrenhemel dus het volgende verslag kan even duren. Zondag zijn we weer in de bewoonde wereld als we een rit van 400 km gaan maken en overnachten in Oudtshoorn. ..
Wat zou de dag van morgen brengen. ..

13 maart 2016

Vrijdag reis- en regendag...
Maar we hadden er zin in want aan het eind van de rit zou ons iets bijzonders wachten. Hoe gaaf het werkelijk zou worden, konden we toen nog niet weten...
Al gauw ging de bewolking over in regen en vrijwel de totale rit reden we door buien en mist. Door de beslagen ruiten zagen we ineens een baviaan op de vangrail zitten. Al langer stonden er borden dat deze dieren niet gevoederd mochten worden maar nu zagen we dat ze daar dus echt wonen.
De natuur was weer overweldigend met nu eens dichte bossen dan weer wijdse vergezichten en regelmatig spectaculaire bruggen over onmetelijk diepe ravijnen. Toen er "Bungy " stond aangegeven, zijn we afgeslagen en hebben even staan gruwelen bij de hoogste Bungy Jump ter wereld : 216 meter. Zelfs flinke Lies die in New Zealand een tandemsprong met Willemhad gemaakt van 85 meter hoogte, kreeg het hier wel even benauwd van. Jammer van het weer: het uitzicht was niet echt optimaal, maar we hebben een paar idioten zien springen!
En voort ging de reis, alle 360 kilometers naar Schotia Safaris, vlakbij Addo, waar we rond half drie de wat verkrampte pootjes konden strekken.
Mooi gezicht: alle 4 wheel drives stonden gereed om vanaf drie uur de eerste game drive met de gasten te gaan doen. Maar wij hadden het geluk dat we werden gekoppeld aan ranger Ryan, die de komende twee dagen voor ons zou zorgen. Hij reed in een Land Rover uit 1976 die geheel open was. De rest van de auto's had een dak erop en dan is de beleving net een tandje minder.
Een jong Duits stelletje stapte bij ons in en met bagage en al vertrokken we het privé park in.
Tot een uur of 5 reden we rond en zagen direct al van alles lopen, waar onder de zeldzame rhino! Na enige tijd werd het zo fris dat we ons in warme poncho's hesen en de weg vervolgden. Leeuwen! Er lopen er drie op dit park en we hadden het geluk ze bij elkaar aan te treffen. Het park is zo'n 600 ha groot en ze kunnen overal zitten. Wat een lamlendige beesten! Het ligt, het hangt, het chillt en het gaapt... maar we konden erg dichtbij komen.
Ryan weet er veel van en hij vertelde over de gevolgen van de Amerikaanse tandarts die die leeuw had dood geschoten en de ophef doe daarover is ontstaan. Mannetjes leeuwen zijn nog lamlendiger dan vrouwtjes en kunnen niet voor zichzelf zorgen. Meestal doen de dames de jacht en zorgen voor een verse pot vlees in het gras. Als zo'n leeuw vervolgens op leeftijd raakt, wordt hij ivm afnemende krachten, uit de groep gestoten en gaat een wisse, langzame dood tegemoet. Farmers verkopen het afschieten van zo'n leeuw al gauw voor rond de 50000 dollar. Hiermee kunnen ze hun park onderhouden. Door de commotie durft niemand nu meer een leeuw te komen jagen en moeten de farmers het zelf doen. Zonder inkomsten....
Even verderop zagen we een paar 4wd's staan en ook Ryan's Jack Russell, Django, rook iets. Langzaam hobbelden we naderbij en zagen in het struikgewas van alles bewegen. Er moest iets groots zitten... En dan ineens, met veel gekraak en geluid van splinterend hout komt een olifant dwars door de dichte vegetatie lopen. Hij trekt zich nergens wat van aan en loopt ons bijna omver. We leren dat olifanten nooit ergens OM heen lopen maar overal DOOR heen lopen....
Toen werd het tijd om op weg te gaan naar datgene waar we ons ook zo op verheugd hadden: de tent in de bush!
Behoedzaam hobbelden we, hoog op de Land Rover gezeten, over het inmiddels pikdonkere park. De wind is nu af en toe stormachtig en de poncho's doen goede dienst. We omarmen elkaar om warm te blijven en houden ons met handen en voeten vast aan de railing om niet overboord te kukelen. Er lijkt geen eind te komen aan de rit over karresporen, langs dicht struikgewas en over grote open stukken waar we in het schijnsel van de koplampen allerlei dieren zien: impala's, springhazen en wrattenzwijnen. ..
Eindelijk stopt Ryan. "Here we are!" en hij gaat ons voor naar een ogenschijnlijk ondoordringbare bos struikgewas. En daar zien we ineens lichtjes. Overal hangen en staan olielampen en door de bush lopen diverse paadjes. Onze tent is gigantisch en ziet er knus uit met een veranda en binnen een enorm keurig opgemaakt bed.
Ryan gaat ons voor door de bush en laat ons een apart hutje zien waarin de WC, een hutje met een heus bad op pootjes en een prachtige omheinde buitendouche. We weten niet wat we zien! Hoe verzin je het! En dan vraagt Ryan of we morgenochtend willen douchen. Hoezo? Ja eh, natuurlijk. "Okay then. I 'll Light the fire for the warm water!" en weg is hij. Even later is hij terug, wenst ons goede nacht en verdwijnt, samen met Django in de donkere nacht.
We zijn alleen.
Het dichtstbijzijnde bewoonde punt is een half uur rijden weg. Wel hebben we een walkietalkie gekregen voor als de leeuwen ons dreigen te verscheuren.
De wind loeit en het tentdoek bolt, holt en klapt. We kunnen de stilte helaas niet horen.
We volgen de olielampen over de paadjes en poetsen onze tanden in het hutje met het bad, weer bijgelicht door een tweetal olielampen.
Teruglopend naar de tent haal ik mijn kalende kop open aan laaghangende enorme bijna 10 cm lange doornen. Bloed hoort bij deze experience. ..
In bed houden we elkaar vast, luisteren naar het geweld van de wind en vallen doodmoe in een diepe diepe slaap....

14 maart 2016 (?)

Een onvergetelijke mooie dag tegen de achtergrond van een dreiging, die al het moois in een ander perspectief zet....
De ochtend begon stralend. De wind was ergens in de bush gaan liggen en we genoten van een bakkie op ons verandaatje. Jaja, ook voor een thermos met warm water was gezorgd.
En dan in bad!
Wat een idiote ervaring: in ons eigen kampement, in een rustiek hutje in de bush draai je de warm waterkraan open en verdomd: er komt warm water uit! De kuip is al snel vol en dan zit je daar, in heerlijk warm water, te genieten van het uitzicht....
Maar het water wordt vanzelf koud en de dag roept. Dus in de benen en klaar maken om opgehaald te worden door Ryan, die keurig op tijd met zijn onafscheidelijke Django komt aangestuiterd.
Een mooie rit leidt ons naar de lapa waar het ontbijt klaar staat.
Aan tafel vertelt Ryan wat meer over zijn achtergrond. Hij is nu 25, is al 3 haar ranger hier bij Schotia en werkte daarvoor als wilde dieren vanger. Come Again? Yep. Dat is een beroep hier. En een gevaarlijk beroep. Want de dieren zijn echt wild en echt allemaal sterker dan jij. Vanuit helikopters wordt vaak een verdoving toegediend, maar ze worden ook vanaf de grond gevangen met ingewikkelde technieken. Django is nu ruim 3 jaar oud en als pup ging hij al met hem mee in de helikopter in een speciaal voor hem gemaakt tuigje. Het is een ongelofelijk slim beestje en aandoenlijk dol op zijn baas. Maar hij komt ook gezellig bij je op schoot zitten... Ryan vertrekt in april naar Duitsland om zijn emigratie voor te bereiden. In augustus vertrekt hij definitief. Reden is zijn vriendin, maar ook de politieke situatie, waarover straks meer.
Na het ontbijt staat een bezoek aan Addo Elephant Park op het programma. Dit zijn de buren van Schotia.
We worden er door een familielid van de eigenaren van Schotia in een comfy Range Rover naartoe gereden.
Onderweg worden we geschokt door het met vuur gebrachte verhaal over de politieke toestand. Het komt er op neer dat de blanken nu stelselmatig worden tegengewerkt, gepest, gediscrimineerd en zelfs vermoord...
Sinds 1995 zijn er duizenden blanke boeren vermoord. Deze z.g. plaatsmoorden (boerderij is plaats) worden systematisch gepleegd en vaak op afschuwelijke manier. De regering doet hier weinig of niets tegen. De opkomende politicus Julius Malema roept openlijk op tot haat jegens de blanken en verheerlijkt het lied "Skiet die boer". Tekenend ook is de begroeting die zwarten openlijk bezigen naar blanken. In Xhasa is het "umhlungu", wat zoveel betekent als "Goodday you white scum of the sea"...
We kregen vele voorbeelden te horen en men is ervan overtuigd dat er een burgeroorlog aan zit te komen. Waarschijnlijk binnen 5 jaar. Niet t.t.v. de aankomende verkiezingen maar de volgende. De oorlog zal als inzet het land hebben. Land dat nu eigendom is van en bewerkt wordt door de blanken maar dat de zwarten claimen als het hunne. Het lijkt begrijpelijk dat de zwarten na jaren van onderdrukking nu hun gram willen halen, maar er zit een diepe haat onderhuids. Het is net zo begrijpelijk dat blanken die hier al generaties lang leven en hun land vruchtbaar hebben gemaakt, dit niet zomaar zullen opgeven. Wantrouwen heerst, angst regeert en de vrees van de blanke boeren (maar ook van de eigenaren van een park als Schotia) dat hun land zonder compensatie gewoon door de zwarte regering zal worden geconfisqueerd is alom aanwezig.
Ik kijk uit het raam en zie de schoonheid van dit uitgestrekte land. Wat maken de mensen er weer een bende van en wat hangt er ineens een dreiging in de lucht, over de fel wit gepleisterde oud Hollandse geveltjes, de townships, het wonderschone land....

"Have fun and don't think politics! ", met die woorden worden we overgelaten aan de gids van het olifanten reservaat.
Het kost enige moeite om deze tirade ( die later door Ryan zal worden bevestigd) achter me te laten, maar de aanblik van een kudde giganten bij hun drinkplaats doet alles weer vergeten.
Er lopen een paar kleintjes mee. Het is een prachtig gezicht om ze zo in het wild van zo dichtbij te kunnen zien.
Aan het eind van de dag maken we nog een game drive met Ryan die we weer helemaal voor onszelf hebben. We zitten alleen met hem in de auto en hebben het meest fantastische uitzicht op de leeuwen die we bij zonsondergang aantreffen boven in het park.
De oude baas zien we eerst even omstandig een haarbal uitbraken en sloft dan naar vrouw en zoon. Halverwege staat hij stil, heft de prachtig gecoiffeerde kop en stoot een ijzingwekkend gebrul uit. Voor de zekerheid. Om zijn territorium af te bakenen. Dan sloft hij verder en laat zich als een baksteen omvallen bij zijn gezinnetje.
Het is van een ongekende schoonheid; zo sereen, zo vredig. De zwoele zachte bries lijkt zich over ons te ontfermen, pakt ons in, stelt ons gerust. Het ruikt als in Argentinië: een mix van aarde, dierlijke geuren, een zweem van rooklucht van een ver vuur...
Dit neemt niemand ons meer af en het zou nog mooier worden...

Na het diner bij de eilandraad waar het vuur weer hoog ollaait, maar anders dan gisteren, toen het koud was, is het bijna niet uit te houden bij de manshoge vlammen.
Het eten is niet bijzonder en we gaan snel weer met Ryan de "Landie" in om de sterrenwacht te bewonderen.
Geen poncho nodig, het is heerlijk.
Niet ver van onze tent laat Ryan de auto stil vallen. We staan op een grote open plek. De stilte omsluit ons en we staren in stille verwoest derivaten goed naar het ons omringende firmament. Er is hier geen lichtvervuiling: de sterren reiken tot de horizon. We zitten in een donkere stolp met kleine en grote gaatjes. Sterrenteken zijn duidelijk zichtbaar. ...
We zijn Ryan dankbaar. Hij houdt zijn mond en laat ons genieten....

Eenmaal terug in ons "camp" is het de beurt aan Lies om in bad te gaan. Bij het licht van de olielampen vertellen we elkaar dat dit echt gebeurt.
En dan, als we teruglopen naar onze tent is hij daar.
Buiten onze bush. Maar vlakbij. Op dit enorme terrein.
De leeuw.
Hij brult.
Twee keer. Onmiskenbaar.
We staan als aan de grond genageld en Lies knijpt hard in mijn arm. "O wat gaaf, dit maakt het helemaal echt he?"
We sluiten de optie uit dat Schotia een paar kilometer geluidsdraad, een setje megaboxen en een CD speler met afstandbediening in de struiken heeft gezet. Dit is gewoon een leeuw.

In bed luisteren we naar de geluiden in de bush nacht. Geen wind. We horen hoefgetrappel, kreten, ronken, een koor van krekels en daar is hij weer: de lion does not sleep tonight. We horen hem nu achter elkaar en fantaseren dat hij gefrustreerd is ons kamp niet binnen te kunnen.
Dan wordt het ineens ijzig stil. Zelfs de krekels laten zich niet meer horen. Wat ruist daar langs met fluwelen pas....?

14 maart 2016

Een dag van afscheid en nieuwe horizonten.
Vandaag vertrekken we naar Oudtshoorn, zo'n 400 km rijden.
Keurig op tijd staan we in de vroege ochtend klaar voor Ryan. Lies zit voor ons bushcamp lief bovenop de koffers te wachten... een beeld van twee werelden die elkaar voor even ontmoeten. Als wij vertrokken zijn, keert de rust terug en gaat het leven van alle dag in de bush voort. De buffel snuffelt wat, de leeuw geeuwt wat, de springbok springt wat en verder is het stil...
We genieten van dit bijna laatste ritje boven op onze privé Landie. Onderweg stopt Ryan bij een skelet van een springbok. We vinden er een goed bot voor Lies om te bewerken. De botten die we gisteravond bekeken, waren allemaal te oud en te broos geworden. Ze heeft geen idee hoe ze het nog te maken kunstwerk aan gaat pakken, maar ik heb er alle vertrouwen in.
Na het ontbijt dat prima is, laat Ryan ons op de kaart zien hoe we een alternatieve route kunnen nemen: niet langs de garden route, maar boven langs via Willowmore en Kirkwood. Dat lijkt ons wel wat want dezelfde weg terug rijden is weinig inspirerend.
We nemen afscheid en stoppen hem een leuke fooi toe; in Rand voor hier en in Euro voor daar. Hij is er blij mee. "Bye now, safe trip, bye Django..."

De rit die volgt gaan we nooit meer vergeten.
We rijden uren en uren, honderden kilometers door een volstrekt verlaten, wonderschoon en ruig landschap. In de achteruitkijkspiegel zie ik niets, voor me niets...alleen asfalt, prima onderhouden, en een zinderend, zeer afwisselende natuur. Soms denken we door de Grand Canyon te rijden met zijn enorme rotsformaties, soms lijkt het de vlakke leegte van de Argentijnse pampas.
De enige levende wezens die we zien, zijn een paar struisvogels en een enorme schildpad die alle tijd neemt om de weg over te steken.
Onderweg stoppen we en zetten de motor uit. De zinderende, stralende hitte en doodse stilte vallen op ons. Hoe kan je hier overleven? We hebben toch een enkel huis in deze onmetelijke nietsheid gezien. Het doet ons denken aan hoe de eerste Voortrekkers het hier aangetroffen moeten hebben. Met hun paarden en huifkarren en verder niets. Wat een bikkels waren het. Diep, diep respect...
Vlak voor Oudtshoorn verandert het weer. Van strak blauw naar laaghangende bewolking en een straffe wind.
We vinden het hotel redelijk snel. Het ligt net buiten de stad en is omgeven door struisvogel farms, want dit gebied doet niet veel anders dan het fokken van deze domme beesten. Ik heb er niets mee.
Het hotel is een verademing na onze barre kampeerervaring, waar we toch op de blote voetjes helemaal naar de badkamer moesten zien te komen, over stoffige en stekelige paadjes met ernstige verwondingen als gevolg. Maar ik ben een gehard buitenmens. Mij hoor je daar verder niet over.
Dit oude herenhuis ligt verscholen in een oase aan de voet van de Swartberge. De rust en stilte zijn ongeëvenaard en we genieten van al dit moois na de lange, ruim 5 uur durende rit, die overigens om zijn gevlogen door het prachtige decor waarin we mochten acteren.

15 maart 2016

Twee heerlijke dagen van ontspanning, waarin voor ons en onze volgers hier op dit onvolprezen medium, niet spectaculair veel beleefd is.
Daar is het ook vakantie voor. De zon scheen uitbundig, de verslagen heb ik aan het zwembad af kunnen maken en vervolgens urenlang kunnen lezen in een goed en spannend boek! Iets dat me zelden overkomt.
De hier zo gewilde grotten konden ons gestolen worden. We voelden er niets voor om in een rijtje toeristen een routineus verhaal aan te horen over stalagmieten en dito tieten.
Oudtshoorn is een slaperig provinciestadje met een geschiedenis op gebied van struisvogel fokken die ruim 150 jaar terug gaat. Destijds werd er goud verdiend aan de gewilde veren die opdoken in het straatbeeld van Parijs.... De z.g. struisvogelpaleizen van ruim 100 jaar oud zijn hier de stille getuigen van. Ook ons hotel behoort tot die categorie. Het is een heerlijke plek in doodse stilte met een beperkt aantal kamers en dus ook weinig gasten. Ideaal om tot rust te komen.
In een gesprek met de eigenaresse, die hier al tientallen jaren woont, kregen we toch wat nuance aangereikt op het schokkende verhaal dat we eerder hoorden over de politiek hier. Zij onderschreef weliswaar het structureel dwars zitten van de blanken, maar kon daar wel een modus operandi voor vinden. Ze bevestigde de opkomst van de idiote extremist Malema en zei nul respect te hebben voor president Zuma, die alleen zijn vriendjes bevoordeelt en zelf de belichaming van de corruptie is.
Nee, het is allemaal niet best nu, maar de hoop is gevestigd op het gezonde verstand van de zwarte middenklasse die inmiddels is ontstaan en die veel te verliezen hebben bij politieke onrust. Zij verwachtte niet dat Malema c.s. aan de macht zouden komen.
Neemt niet weg dat dit land op zijn minst een "bumpy ride" tegemoet gaat...
We maakten wat korte tripjes in de buurt en omdat de keuken in het verder fantastische hotel verschrikkelijk bleek te zijn, dineren we downtown in een prachtige Engelse koloniale bak, het Queens/Colony Hotel. Het deed mij direct denken aan Jamaica, dit Britse sfeertje in tropische temperaturen.
En op straat is alles dan weer een mix van Afrikaans en Engels met borden als "De Oude Meul - Accomodation and Restaurant". De Engelsen moeten toch de nodige moeite hebben om die Hollandse namen als Vergelegen, Houd Moed, Nietgenaamd en Bavianenkloof behoorlijk uit te spreken en het is opvallend dat 90% van plaatsnamen en namen van landgoederen in het Nederlands luiden..
Morgen weer een reisdag, als we de ruim 400 km naar Stellenbosch gaan rijden. Onze laatste nacht hier, nog 1 in Spier en dan is ook dit avontuur weer voorbij en zullen onze trouwe volgers, die zo leuk reageerden op de verhalen, het weer moeten doen met poezenfilmpjes. ..

17 maart 2016

Onze langste reisdag tot nog toe eiste zijn tol, maar dat had ik er graag voor over....
Ons verblijf in Oudtshoorn was wel het meest relaxte adres van de hele reis en we namen dan ook met pijn in het hart afscheid van deze oase van rust en kleinschalige persoonlijke zorg.
Het heeft altijd wat: op de vroege ochtend de auto inladen met koffers, tassen en drankjes, op je gemakje gaan zitten, gordel aan - check, lichten aan - check, wegenkaart - check en dan langzaam het oprijpad afrijden voor een dag on the road. We hebben er zin in en geven elkaar een high five...
We besloten om de N2 zoveel mogelijk te mijden en "bovenlangs" richting Stellenbosch te gaan. Ruim 400 km.
De weg leidt langs mooie plaatsnamen als Ladismith, Suurbraak en Riviersonderend.
In Ladismith stoppen we even voor een kop koffie.
Ik realiseer me ineens ( en waarom eigenlijk?), dat zo'n stop onderweg in een gat als dit vaak weliswaar wordt beleefd, maar niet wordt opgeslagen. Vergelijkbaar met wachttijden op een airport: je bent bewust, maar toch niet helemaal want je vergeet het snel. In dit fastfood tentje annex winkeltje kijk ik nu eens goed om me heen en zie hoe schoon alles is, hoe netjes de WC's en hoe vriendelijk de zwarte bedienende staf, die door een pinnige blanke meid gemanaged wordt...
Als Lies uit de WC komt, laat ze verbaasd een "female condom" zien. Men doet aan verstandige geboortebeperking in het wereldse Ladismith. We bestuderen de uitleg op de verpakking... er zijn dagen dat we zo'n ding niet in onze handen hebben.
Als we de auto weer instappen, parkeert er een grote klassieke Jaguar cabriolet naast ons. Twee heren op leeftijd stappen wat stram uit de glimmende bolide die is voorzien van rally-platen. Het zijn Belgen. Later zullen we onderweg nog een keur aan peperdure klassiekers tegenkomen: Jaguars E-type, Austin Healy's, Mercedessen, Aston Martins... de speeltjes van de superrijken, die hun auto's laten invliegen om een rally van een dag of tien te rijden. Bizar detail: tijdens onze vorige verre reis, in 2014 naar Argentinië, kwamen we ze ook tegen in de omgeving van Bariloche!
Overigens was dit niet uitsluitend voor de superrijken, want tussen al het moois met alle kentekenplaten van de regenboog reed een Nederlandse....eend.
De rit was weer eens onvergetelijk en dan verstrijkt de tijd vanzelf. Uren rijden we weer door een totaal verlaten landschap, de zon schijnt uitbundig, het moet buiten snoeiheet zijn, maar we zitten lekker in de airco en babbelen er vrolijk op los of luisteren wat naar het moeilijk te volgen Afrikaans op de radio.

In de boekjes hadden we er al over gelezen: Ronnie's Sex Shop. Deze eenvoudige hut, waar je een eenvoudige lunch kan genieten, is wereldberoemd. En waarom is een raadsel. Ronnie heeft het in ieder geval goed gedaan qua publiciteit.
De bar in zijn tent hangt vol met bh's en slipjes en dat zal de magische aantrekkingskracht van zijn herberg verklaren. Leuk sfeertje en prima hamburger.
En wie hebben we daar? Het ene na het andere glimmende museumstuk draait de parkeerplaats op. Rallyrijden maakt hongerig. Het levert mooie plaatjes op...
En weg zijn we weer; die heerlijke weg op.
Ineens zien we een groep bavianen de weg oversteken. We stoppen op tijd en Lies sprint ze achterna, maar ze zijn schuchter en verschansen zich hoog op de rotsen. Het maakt indruk: ineens leven te zien in deze verlaten wereld en dan geen schaap of berggeit, maar een groep apen... Wat een reis!

We blijven onderweg maar foto's maken en ik hoop dat de plaatjes hieronder een beetje een indruk kunnen geven van de onwerkelijke pracht van dit land. Na 5 uur rijden dient zich dan de N2 weer aan. Drukte. Inhalen, remmen, vrachtverkeer. .. We proberen in te schatten hoe lang het nog rijden is.
"Vier uur zitten we in de avondzon met een koud drankje in Spier aan het zwembad!", belooft Lies. Dat zou dan nog een dik uur rijden zijn.
Het werd uiteindelijk na vijven dat we eindelijk de vertrouwde inrit van Spier indraaien. De laatste 2 uur voelde ik me moe en de aanduiding Stellenbosch kwam maar niet en kwam maar niet...
Als ik uit de auto stap, voel ik me duizelig en misselijk. Lies doet de check-in formaliteiten en we laten ons op het golfkarretje met de bagage naar onze kamer rijden. Ik voel me vreemd.
Lies maakt zich zorgen en ik ben blij als ik op het bed kan neerploffen. Ik drink een fles koud water leeg en kom langzaam een beetje bij. Na een uurtje trekt het weg. Zeven uur achter elkaar was kennelijk wat lang.
We genieten van ons laatste diner hier: "Welcome back!", zegt de ober die ik niet herken en iedereen is weer Spier-vriendelijk.

Het zit er bijna op. Nog een nachtje. Dan zijn we weer al deze ervaringen rijker.

Hebben we mogen kijken naar en leren van een prachtig, complex land met mooie mensen. Hun levens gaan door in de townships, in de boerderijen, tussen de druivenranken, in de steden, aan de stranden. En wij pakken het onze weer op in ons lommerrijke dorpje, ons volle landje waar ons thuis is, onze kinderen, familie, vrienden, Ofie en ons gave werk...

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!